Zondag 4 augustus: het vertrek

Schrijver van dienst: Bart Bruggeman.

3u15. Wat een woelige nacht! Zijn het die laatste keer frieten van gisteren die op de maag bleven liggen of toch die hersenspinsels die ervoor zorgden dat de nacht niet vlekkeloos verliep? Niet overslapen was de opdracht. Ok, maar dan toch liefst niet zo vroeg. Geen gemekker, vandaag is D-day!

Gezwind spring ik onder de douche, met het besef dat het wel even kan duren voor ik mij terug in zo’n luxepositie bevind. Bij een stevig ontbijt niet vergeten malariapil nummer 2 te lanceren. Ik doe alvast een laatste materiaalcheck, zoals het een goed soldaat betaamt. Ik ben er niet 100% gerust in. Gisteren was ik geweldig aan de valiesinvulling gestart, tot wanneer ik op het sublieme idee kwam deze eens te wegen. Zes-en-een-halve kilogram te veel in de doos. Ja hallo. Schiften werd de boodschap. Propere schoenen, snoepen, koeken, spelletjes, cadeautjes,… adieu. Eén voor één werden mijn kleine geneugten afgenomen en kwamen de voetjes op de grond. “De basis is meer dan genoeg jong”, hoor ik mijn hersencellen roepen tegen elkaar. Ik ben het niet altijd met hen eens.

5u15. De auto richting Wetteren. Bij aankomst stond al een heel leger van collega’s, ouders en aanverwanten de oprit van de school te sieren. Dat laatste is misschien wat overroepen gezien het vroege uur. Iedereen is op tijd en de busjes zijn vertrekkensklaar. Een hartelijk afscheid, gaande van kleine handopsteking tot innige omhelsing, tot gevolg. We zijn ermee weg.

We zijn te vroeg. Wie vertrekt nu al om 6u00 vanuit Wetteren om tegen 10u30 op te stijgen? Overmoed bij reservatie resulteert in piepogen bij de incheckbalie. Althans, de donkere wachtrij ervoor. De donkere medemens voor ons geeft enige geruststelling dat we wel degelijk de juiste rij aan het volgen zijn. Ondanks alle verwachtingen in, slagen we voor de gewichtstest met z’n allen. Wat een ervaring, vooral voor onze pupillen die dit voor het eerst meemaken. Er staan zelfs 2 luchtdopen op het programma deze dag. Ian en Arne hebben de stalen vogel nooit eerder betreden. We zijn blij dit samen met hen te mogen meemaken. Winkels, koffie en een knabbeltje vullen onze wachttijden. We belanden net op tijd aan de gate om te boarden. Natuurlijk waren we op tijd vertrokken van die veel te dure koffietafel, maar tegenwoordig vinden ze het nodig om je paspoort 21 keer te controleren. We zien er misschien niet fris uit, maar het zorgde wel voor enige vertraging met gepaarde frustratie. Geen paniek. We zijn op tijd, althans wij. Het vliegtuig daarentegen beslist om met enige vertraging te taxiën. Met een goed half uur delay kijk ik richting onze leerlingen. Arne, Giovanni, Ian en Heavenly. Weinig tot geen angstzweet te bespeuren. De stoere binken aanhoren het geronk van de brullende motoren en de vertrekkende wielen. Een misplaatst grapje van een vallend boutje uit de vleugel wordt toch gesmaakt. We zitten in de lucht. 850 km per uur. Geef maar gas piloot, want het is lang genoeg vliegen. De hele vlucht wisselen slaappartijen, films, series, spelletjes en een korte babbel zich af. De grootste uitstap is die naar het veel te kleine toilet. Om een lang verhaal wat in te korten landen we omstreeks 19u15.

De luchthaven is nog geen haar veranderd. En toch… ze hebben nieuw speelgoed gekregen. We dienen zoals volleerd gespuis onze vingerafdrukken digitaal af te geven. Een semi-professionele webcam, hooguit van bij Amazon.com, neemt een foto van ons aangezicht. Op naar de bagageband. Er is één groot voordeel. Je kan niet missen. Er is er maar één. Druppelsgewijs komen onze valiezen erdoor. En toch… ééntje te kort. Ik zie Heavenly beteuterd kijken terwijl we al met een paar uit de massa dienen door te schuiven. Mnr. Van Herreweghe is ridder van dienst en blijft aan haar zijde, samen met mnr. De Lepeleire en Mvr. Jacobs. Na wat interessant gedrag van een overijverige luchthavenmedewerker kwam uiteindelijk toch de valies boven water. Ondertussen stond een hele delegatie aan broeders ons al enthousiast op te wachten. Iedereen kijkt zijn ogen uit. We zijn in Afrika.

De broeders zijn gesoigneerd met een nieuwe bus. Jawel, ik gebruik hier bewust geen verkleinwoord. Het is namelijk een type om jaloers op te zijn. Elke dag maken ze gebruik van dit voertuig om kindjes van Kuwinterekwa (de nieuwe school in Bujumbura) te vervoeren naar Nyakabiga (het college waar we gaan werken). Vergeef me soms de moeilijke benamingen, maar ik probeer jullie deze al wat eigen te maken voor komende dagen. Alles went.

De eerste kilometers over het asfalt in Afrika. Ondanks het al donker is probeert iedereen een beeld mee te pikken en op te slaan in de grijze massa. Kleine winkeltjes, bars, dames met manden op het hoofd, fietsers,… de eerste herinneringen worden gevormd.

We komen aan in Kuwinterekwa waar het grootste deel van de groep zich meteen installeert in hun kamer. Sinds 2019 hebben ze duidelijk geïnvesteerd in Chinese LED-strips van Temu. Op de gevel prijkt onze Lieve Vrouw omgeven door een bad van licht. Het lijkt professioneel en geeft vooral een studentikoze indruk. We voelen ons snel thuis. De hartelijke ontvangst van onze broedergemeenschap gaat gepaard met een welkomstmaaltijd. Groen/oranje soep, rijst, gebakken (al zijn ze ondertussen koud) aardappelen en elastische kip, alles overgoten met een artisanaal provinciaal sausje. Alweer een ervaring. Heb ik al gezegd dat ik het woord ‘ervaring’ wel meer ga gebruiken?  

Dhr. Cattoir en ikzelf verlaten met stille trom de groep onder begeleiding van broeder Bartholomé Verstappen. Volgens ons hebben alle broeders dezelfde achternaam, gezien hun rijstijl. Na een kwartiertje rijden (2 platte katten, 1 bijna kindjesongeval, 2 kromme fietsen en 245 verpletterde raammuggen verder) komen we aan in Nyakabiga om aldaar onze intrek te nemen. Ook hier zijn ze blij ons terug te zien, doch wordt een frisse pint niet afgeslagen na het aanbod. Na een kwartier komt een broeder al zuchtend terug met het koude vocht van de dichtstbijzijnde bar. Ze doen moeite, niet onmiskenbaar. Moe zijn wij ook. 23u30. Het is mooi geweest. Tot morgen.