Schrijfster van dienst: Mvr. Jacobs.
Zoals Bart eerder schreef, trokken we er het voorbije weekend op uit. Sinds deze ochtend echter ligt de focus terug op datgene waarvoor we naar hier gekomen zijn. Werken uitvoeren in de school in Nyakabiga. Ondertussen telt ons team 12 leden. Gianni en Colin kwamen gisterenavond toe en zullen gelijk met ons terug naar België reizen. Deze sympathieke West-Vlamingen staan samen met onze collega’s in voor de activatie van de zonnepanelen.
Over het voorbije weekend. Zaterdagochtend na het ontbijt, het is dan 8 uur, vertrekken we. Onze eerste stop is in het MPI in Mutwenzi. We stoppen hier heel kort om een delegatie broeders en novices af te zetten en rijden dan onmiddellijk door naar de boerderij die gevestigd is in Nyabikere. Rond 11 uur komen we aan. We worden hartelijk ontvangen door de broeders die er wonen en zij nemen ons mee voor een wandeling doorheen het domein. We zien een veld met ananassen, (zoete) aardappelen en heel wat bananenplanten. Er wordt ook mais geplant en koeien gehouden. Dicht bij de woning van de broeders zie ik ook uien, boontjes en erwtjes staan. Het domein beslaat maar liefst 12 hectare. Een serieuze oppervlakte om te onderhouden. Tijdens het hoogseizoen zijn er ongeveer 250 mensen nodig om de velden te bewerken. Velen hiervan wonen aan de rand van het domein dat eigendom van de broeders is. Tijdens onze wandeling zien we in de verte (kleine) kindjes lopen. We doen hen teken om dichterbij te komen omdat we een en ander voor hen hebben meegenomen. In het begin zijn we eraan voor onze moeite. De kleintjes verstoppen zich, ze hebben immers nog nooit een blanke gezien. Heavenly heeft een pakje ballonnen meegenomen en samen met de andere leerlingen en mijnheer Van Herreweghe blazen ze er een aantal op. De kleurige (voor hen wellicht totaal onbekende) dingen trekken toch hun aandacht en de grotere kinderen, gevolgd door hun kleine broertjes en zusjes, komen op ons af.

Mijn hart breekt. De meeste kinderen lopen blootvoets. De kleertjes die ze aanhebben, hangen amper aan elkaar. Naast de ballonnen hebben we ook snoepjes mee. We delen ze uit. Ik voel me schuldig en ben best verward. Wellicht was het naïef te denken dat deze extreme vorm van armoede niet meer bestaat. Ik word wel serieus met mijn voeten op de grond gezet, nu ik ermee geconfronteerd wordt. We passeren een meisje, ik schat haar 10 jaar, die op de terugweg is van de waterput. Een emmer op haar hoofd, een lieve lach van oor tot oor. Arne geeft haar een balpen, ikzelf een aantal snoepjes. Haar armen zijn net lang genoeg om de emmer boven haar hoofd vast te houden en toch slaagt ze erin om een arm naar beneden te doen om de snoepjes aan te nemen. Ze bedankt ons vriendelijk en zet haar tocht verder. Een van de broeders vertelt mij dat het een meisje is dat tijdens de vakantie werkjes voor hen uitvoert en daarvoor wordt betaald. Ook al is onze ontmoeting kort, ik vergeet haar nooit. In mijn ogen is het een held op teenslippers.

Na onze wandeling nodigen de broeders ons uit voor een maaltijd. We eten als koningen. Rijst, bonen, bakbananen, gebraden geit en een saus met aubergines. Als dessert is er zelfgekweekte ananas. Ik besef heel goed hoeveel geluk we hebben.
Wanneer we buiten komen, merken we dat de kindjes die we eerder hebben ontmoet, ons buiten staan op te wachten. We delen onze laatste snoepjes uit en merken daarbij dat lef en assertiviteit eigenschappen zijn die overal voorkomen. Ook bij blootvoetse kindjes op het platteland in Burundi.
Ik bedank de broeders voor hun gastvrijheid en de lekkere maaltijd en stap op het busje. We zetten onze tocht verder en rijden terug naar Mutwenzi. Daar is het MPI gevestigd waar er tijdens het schooljaar ongeveer 250 kinderen met een mentale of lichamelijke beperking verblijven. Het is ook op deze locatie waar de broeders in opleiding, gevormd worden. Broeder Charles trakteert ons op een verfrissend drankje en we krijgen de lokale nootjes aangeboden. Daarna krijgen we ook hier een rondleiding. Hetgeen ik gezien had in Niyabekere ligt nog vers in mijn geheugen, de situatie in het MPI is ook schrijnend. Een tiental kinderen verblijven ook tijdens de vakantie op school. Hun ouders komen hen niet ophalen. Geboren worden met een beperking of leven met een handicap en dat in een land zoals Burundi. Deze twee staan lijnrecht tegenover elkaar. De gebouwen waar de leerlingen verblijven, de sanitaire- en slaapvertrekken, ze liggen er maar droevig bij. Ook hier echter zijn de kinderen hartelijk. Ze begroeten ons heel spontaan en één van de meisjes komt ons allemaal een knuffel geven. Net voor we terug op het busje stappen, brengen we nog een kort bezoek aan de “molenaar”. In de school is ruimte waar een aantal machines staan waarmee graan, mais of maniok kan worden gemalen. Inwoners uit de buurt kunnen voor een symbolisch bedrag met hun waren naar de school komen en ze laten malen tot bloem. Een mooie geste van de school wanneer je weet dat ze hiervoor normaalgezien per kilo moeten betalen.

Onze chauffeur neemt ons vervolgens mee naar de markt in Gitega (de administratieve hoofdstad van Burundi). We kijken onze ogen uit. Honderden paren schoenen staan uitgestald, vrouwen die mini-visjes willen verkopen. Kraampjes met doe-het-zelf spulletjes, plastieken bidons en juten zakken gevuld met bonen in alle mogelijke kleuren. Je kan het niet zo raar verzinnen, of het wordt er verkocht. Het wordt al laat en we hebben nog een hele weg af te leggen, dus blijven we niet lang op de markt.
Ik ga op het plaatsje achter de chauffeur zitten en we vertrekken. Zoals steeds is het druk op de weg, verkeersregels zijn aan de Burundezen niet besteed en de claxon wordt net iets meer gebruikt dan richtingaanwijzers.
We sluiten onze dag af met een maaltijd in Kuwinterekwa.
Zondag verzamelen we opnieuw om 8 uur. Broeder Désirée rijdt met ons naar de kathedraal van Bujumbura waar we de mis bijwonen. De kerk zit vol en de liederen zijn oprecht zo mooi gezongen. Alle vrouwen zijn piekfijn uitgedost en dragen kleurrijke gewaden. Echt heel mooi om te zien.
Bij onze terugkomst brengen we een bezoekje aan de gebouwen van het Lyceum. Mijnheer De Lepeleire en mijnheer Bruggeman waren aanwezig bij de opening van de school in 2022. Wij hebben nu ook het voorrecht om deze nieuwe, prachtig gebouwde school te bezoeken. Hoedje af voor wat de bevolking hier heeft gerealiseerd. Stiekem een beetje jaloers op de beschikbare ruimte en de nieuwe gebouwen.
Onze rondreis Burundi krijgt op zondagnamiddag een leuke afsluiter. We gaan naar het Tanganyikameer. De broeders brengen ons naar een 5-sterrenhotel met zwembad. De jeugd maakt hier graag gebruik van en zoekt de verfrissing op. Ook mijnheer Bruggeman waagt zich een aan een olympisch record rugslag. Na vier lengtes komt echter het besef. Het bad is te kort. Een record komt er niet.
Tot slot even laten weten dat we gisteren een jarige in ons midden hadden. We vroegen aan broeder Désirée om contact op te nemen met het hotel en een taart te voorzien. Niettegenstaande het feit dat mijnheer De Lepeleire niet graag openlijk wordt gefeliciteerd en het liefst had gehad dat zijn verjaardag in stilte zou passeren, was hij aangenaam verrast met de attentie die we voor hem hadden georganiseerd.

De taart was lekker, ons weekend goed gevuld en interessant, bij momenten best beklijvend, maar vooral onvergetelijk.
Tot de volgende!
*Momenteel kunnen er geen extra foto’s worden toegevoegd vanwege het beperkte internet.